De avond waarop Puskás in De Kuip speelde


Feyenoord - Real Madrid

Rotterdam, 6 september 1965 (1e ronde Europacup I)

Na het winnen van het landskampioenschap van 1965, mocht Feyenoord voor het eerst sinds het behalen van de halve finale van de Europacup in 1963 weer deelnemen aan dit prestigieuze toernooi. De loting viel echter bepaald niet mee. Feyenoord stuitte namelijk al in de eerste ronde op een ware Europese grootheid: vijfvoudig winnaar Real Madrid.

Het team
Feyenoord stond dat seizoen onder leiding van de Oostenrijker Willy Kment, die daarvoor actief was geweest als coach van VVV en DOS, en als bondscoach van Noorwegen. Onder zijn leiding was Feyenoord voor de derde keer in vijf jaar kampioen van Nederland geworden en had het ook de KNVB-beker gewonnen. Het winnen van de dubbel was een prestatie van formaat. Sterker nog: het was een unicum. Nog nooit was een club er in geslaagd het kampioenschap en de beker in hetzelfde seizoen te winnen. Op weg naar het kampioenschap was Ajax, dat degradatie dat jaar maar ternauwernood wist te voorkomen, met 9-4 opzij gezet.

De feyenoord selectie voor het seizoen 1965/1966

De feyenoord selectie voor het seizoen 1965/1966.
Staand (vlnr): Cock Luijten, Hans Kraaij, Guus Haak, Thijs Libregts, Piet Fransen, Eddy Pieters Graafland, Cor Veldhoen en Bertus Kik. Knielend: Piet Vrauwdeunt, Kick van der Vall, Henny Weering, Piet Kruiver, Hans Venneker, Frans Bouwmeester en Coen Moulijn.

Toch mocht de vraag gesteld worden of het team nog zo sterk was als enkele jaren eerder, toen Feyenoord het, zoals gezegd, gepresteerd had om tot de halve finale van de Europacup door te dringen. Een aantal aansprekende namen was verdwenen. Het meest gemist werd spits Cor van der Gijp, maar ook rechtsbuiten Pummy Bergholtz speelde niet meer voor de Stadionclub (hij was in de zomer van 1965 naar Anderlecht vertrokken). In de middenlinie was Jan Klaassens teruggekeerd naar Limburg en achterin was Gerard Kerkum, jarenlang aanvoerder, er niet meer bij. Niet op alle posities was een volwaardige vervanger gevonden voor de helden van ’63.

Feyenoord trad tegen Madrid aan in een 3-2-5 opstelling, het zogenaamde stopperspil-systeem. In het doel stond Eddy Pieters Graafland. Hans Kraaij was centraal in de verdediging een inspirerende verschijning als stopper, met naast hem Piet Romeijn (rechtsback) en Cor Veldhoen (linksback). In de middenlinie vormden nieuwkomer Piet Fransen (rechtsmidden) en Guus Haak (linksmidden) een duo. Grote afwezige daar was Reinier Kreijermaat, die zwaar geblesseerd was. Voorin stonden van rechts naar links opgesteld: nieuwkomer Henny Weering, Piet Kruiver, het jonge talent Hans Venneker, Frans Bouwmeester en Coen Moulijn.

De tegenstander
Real Madrid had in zeven van de tien Europacupfinales die tot dan toe gespeeld waren acte de présence gegeven en had er vijf weten te winnen. Weliswaar waren de tijden van het grote Real rond Alfredo di Stefano voorbij, maar er was geen enkele reden om de ploeg uit Madrid te onderschatten. Sterspeler was de Hongaarse veteraan Ferenc Puskás, die meestal als linksbinnen speelde. Padrito (vadertje), zoals zijn jongere ploeggenoten hem noemden, was inmiddels 38 jaar oud en bezig aan wat zijn laatste seizoen zou blijken te zijn, maar terend op zijn fabuleuze techniek en verwoestende shot was hij nog altijd een man om rekening mee te houden.

Real Madrid voorafgaand aan de wedstrijd

Real Madrid voorafgaand aan de wedstrijd

Kment wenste zich niet bij voorbaat neer te leggen bij een nederlaag. Na een wedstrijd van Real Madrid te hebben bijgewoond verklaarde hij optimistisch dat Real te verslaan was. Ook aanvoerder Veldhoen was optimistisch: “Hun achterhoede is heus niet zo geweldig, de voorhoede wel. Als wij thuis nou eens met 2-0 of 3-0 winnen”

De wedstrijd
Hoezeer de Europacup inmiddels tot de verbeelding was gaan spreken, mag blijken uit de vele prominenten die op de avond van de wedstrijd in het stadion aanwezig waren, waaronder Prins Bernard, Prinses Beatrix en haar verloofde Claus von Amberg. De Kuip was met meer dan 62.000 toeschouwers volledig uitverkocht. Daags na de loting was er een enorme run op kaartjes ontstaan die herinnerde aan de taferelen voorafgaand aan de wedstrijd tegen Benfica. Op radio en TV en in kranten en tijdschriften was ruime aandacht besteed aan de ontmoeting, die zo tot een nationale gebeurtenis was uitgegroeid en rechtstreeks werd uitgezonden op televisie.

Hoog bezoek in De Kuip

Hoog bezoek in De Kuip

De gelukkigen die het in levende lijve mochten meemaken in het stadion zwaaiden met vlaggen, zongen de clubliederen of bliezen op toeters, ogenschijnlijk vol goede moed over de afloop. Hun verwachtingen werden niet gelogenstraft, Feyenoord startte sterk en kreeg al snel na de aftrap een enorme kans om de score te openen. Na een één-tweetje met Frans Bouwmeester passeerde Coen Moulijn twee Spaanse verdedigers en gaf een voorzet op Hans Venneker. Die moest echter toezien hoe de Madrileense doelman nog net een voet tegen de bal wist te krijgen. Gesteund door de enthousiaste bijval van het publiek, bleef Feyenoord aandringen. Venneker kreeg na een steekbal een tweede grote kans, maar mikte de bal in het zijnet. Even later dwong Bouwmeester de Spaanse keeper tot een knappe redding op één van de gevaarlijke schoten waar hij om bekend stond. Feyenoord had de wedstrijd stevig in handen. Madrid had, op wat rushes van de snelle linksbuiten Gento na, weinig in te brengen en viel vooral op door het harde spel.

Hans Kraaij verlaat het veld

Hans Kraaij verlaat het veld met hulp van (een jonge) Gerard Meijer

In de 27e minuut sloeg het noodlot echter toe, toen Kraaij de schoen van Pachin tegen het hoofd kreeg en met een bloedende hoofdwond het veld moest verlaten. Feyenoord speelde verder met tien man en uiteraard roken de Madrilenen hun kans. Nu was het Eddy Pieters Graafland die met een aantal uitstekende reddingen zijn klasse moest tonen. In de 34e minuut ging het dan toch mis, toen Puskas zich vrij kon lopen en oog in oog met Pieters Graafland kwam te staan. Met een beheerste stiftbal tekende hij namens Real Madrid de 0-1 aan. Op slag was het doodstil in het stadion, maar Feyenoord liet zich niet uit het veld slaan en ging, nog steeds met tien man spelend, op zoek naar de gelijkmaker. Het tiental slaagde erin een aantal kansen te scheppen, met name Venneker haalde een aantal keer gevaarlijk uit. Een doelpunt bleef echter uit.

Na de rust keerde Hans Kraaij, met een uitgebreid bepleisterd voorhoofd, terug in het veld. Om te voorkomen dat hij kopduels zou moeten aangaan, speelde hij de rest van de wedstrijd niet als spil, maar op de rechterflank. Kraaij’s terugkeer gaf de supporters zowel als zijn medespelers moed en onder luide aanmoedigingen nam het team de wedstrijd stevig in handen. Het verzet van Real Madrid was stug, maar in de 75e minuut werd dan toch een bres geslagen in de Spaanse verdediging. Kraaij ontving op de linkerflank de bal en zette zuiver voor op Venneker, die de bal koppend langs Madrid doelman Bétancourt werkte.

Hans Venneker kopt de gelijkmaker binnen

Hans Venneker kopt de gelijkmaker binnen

Met nog een kwartier te gaan, nam Feyenoord met een gelijke stand geen genoegen. Temidden van een orkaan van geluid werd de aanval gezocht. De aanvalsdrang bood Madrid ruimte voor tegenstoten, waarbij met name Puskas en Gento gevaarlijk oogden. Met nog vijf minuten reguliere speeltijd te gaan kreeg Feyenoord een vrije trap aan de linkerkant van het veld. Bouwmeester nam hem en bracht de bal voor het doel. Betancourt probeerde de bal weg te boksen, maar gehinderd door de inkomende Kruiver tikte hij het leer tegen de lat. In de rebound schoof de attent inlopende Hans Kraaij de 2-1 binnen.

Terwijl het stadion in een kolkende en juichende mensenmassa veranderde, protesteerden de Madrilenen fel bij de Tsjechische scheidrechter Karol Galba. Kruiver zou Bétancourt gehinderd hebben. De protesten vielen op dovenmansoren en dus vierden de Spanjaarden hun frustraties na de hervatting van de wedstrijd maar bot op de tegenstander. Met name Moulijn moest het ontgelden. Toen hij voor de tweede keer in korte tijd onderuit werd geschopt, ditmaal door rechtshalf Miera, was de maat blijkbaar vol. Onkarakteristiek fel sprong Moulijn op en stormde af op Miera, die direct het hazenpad koos. Ook andere Feyenoorders bemoeiden zich met de achtervolging, met name Fransen en Kruiver. Een algehele chaos daalde neer op het veld. Madrid-spelers kwamen ook aangestormd en terwijl het arbitrale trio met behulp van enkele suppoosten de orde trachtte te herstellen, kwamen er zelfs supporters op het veld om de wanorde compleet te maken. Galba besloot uiteindelijk om de wedstrijd maar af te fluiten, terwijl er nog enkele minuten te spelen waren geweest.

Het televisie-kijkende publiek had kunnen horen hoe een onthutste commentator, Bob Spaak, de Feyenoorders smeekte om zich in te houden. “Coen, Coen! Behéérs je alsjeblieft,” had het in miljoenen huiskamers geklonken, en even later: “Jongens, jongens, dit kan toch niet. Dit kan toch niet! Wat een afschuwelijke vertoning.” In een land waar normen en waarden nog geen onderwerp van maatschappelijke discussie waren, maar gewoon werden nageleefd, was deze uitbarsting van anarchie de commentator te veel geworden. Een van de meest iconische taferelen uit de Feyenoord geschiedenis was een feit.

Chaotische taferelen bij de spelerstunnel

Chaotische taferelen bij de spelerstunnel

Na afloop was Kruiver wel bereid toe te geven dat er een luchtje zat aan het tweede doelpunt: “Reglementair had de scheidsrechter een vrije trap aan Real moeten geven. Ik ben inderdaad opzettelijk tegen die keeper aangesprongen.” In de Spaanse kleedkamer was Puskas woedend: “Wij hebben verloren omdat de scheidsrechter volmaakt ongeschikt was voor zijn taak. Het tweede doelpunt van Feyenoord had nooit goedgekeurd mogen worden.” Scheidsrechter Galba wilde echter van geen fout weten: “Het was een volkomen correcte goal. De Real Madrid-spelers moeten de spelregels eens beter leren.”

“Gangsters,” noemde Cor Veldhoen, die het jammer vond dat hij Miera niet te pakken had gekregen, de Spanjaarden na afloop, “Gangsters, die niet tegen hun verlies konden.” Ze waren hem tegengevallen. Guus Haak had het minachtend over gajes, doelend op de Madrileense achterhoede. Henny Weering klaagde over de klappen en schoppen die hij had gekregen zonder dat er een bal in de buurt was geweest, terwijl de scheidsrechter had gedaan of zijn neus bloedde. De kranten spraken de volgende dag hun afschuw uit over hetgeen had plaatsgevonden. Met name het harde spel van Real Madrid was steen des aanstoots, zo blijkt uit koppen als: ‘Spaanse spelers een stelletje gangsters’, ‘Schaamteloos, geniepig knokvoetbal van Real Madrid’, en ‘SS-methoden van Miera cs’.

Teleurstelling
“Ach,” had Feyenoord-voorzitter Cor Kieboom na de loting opgemerkt, “als je dan toch overreden wordt, kun je beter onder een Rolls Royce liggen dan onder een boerenkar.” Met de 2-1 leek het alsof het met dat overreden worden wel mee zou vallen, maar dat was precies wat er twee weken later alsnog gebeurde. Feyenoord was vastbesloten de 2-1 tot het uiterste te verdedigen in Madrid, maar op het veld kwam daar weinig van terecht. Een ontketende Puskas scoorde al na 10 minuten de treffer die Feyenoords zwaarbevochten overwinning te niet deed en het strijdplan naar de prullenbak verwees. In de tactische verwarring die dat ten gevolg had, walste de Hongaar hoogstpersoonlijk over de Rotterdammers heen en liet met doelpunten in de 20e en 30e minuut een zuivere hattrick aanteken. Uiteraard was de wedstrijd daarmee voorbij. Uiteindelijk zou Puskas vier goals maken en Real de wedstrijd met 5-0 winnen.

Puskas en Kruiver na afloop van de wedstrijd in Madrid

Puskas en Kruiver na afloop van de wedstrijd in Madrid.
Puskas zet een handtekening op de door Kruiver bemachtigde wedstrijdbal

Misschien was er ook wat hoogmoed in een deel van de ploeg geslopen. Piet Kruiver (na de wedstrijd): “Ik heb vooraf twee nachten niet kunnen slapen van de zenuwen en dan lopen er in je omgeving snotjongens rond die heel arrogant steeds maar verkondigen dat ze dit Real in Madrid wel even zouden oprollen. Nou, dat hebben de heren geweten.” Misschien doelde hij op Venneker, die toegaf dat er op de instelling waarmee aan de wedstrijd begonnen was wel wat aan te merken viel: “Misschien waren we wat minder geconcentreerd dan in Rotterdam. Het leek allemaal zo mooi, we stonden met 2-1 voor en iedereen dacht dat we gingen winnen. Het mocht niet zo zijn.” Dat de uitschakeling hoe dan ook geen schande was, bleek uit het verdere verloop van het toernooi. Real Madrid zou dat jaar de Europacup voor de zesde keer winnen.

Groter moet de teleurstelling zijn geweest over het onvermogen om beker en landskampioenschap te prolongeren. De dubbel van 1965 bleek de laatste triomf van een generatie die Feyenoord in de eerste helft van de jaren zestig had teruggebracht naar de nationale top en Europees op de kaart had gezet. In de jaren die volgden zou Feyenoord een geheel nieuw team opbouwen, met aankopen als Rinus Israel, Ove Kindvall, Wim van Hanegem en Franz Hasil, en de uit de eigen jeugd doorgebroken Wim Jansen als meest aansprekende namen. Zij zouden een team vormen dat het Europese succes van hun voorgangers zou overtreffen.

Feyenoord 2-1 Real Madrid
34´ 0-1 Puskas
75´ 1-1 Venneker
85´ 2-1 Kraay

Toeschouwers: 62.610
Scheidsrechter: Galba (Tsj)

Feyenoord: Pieters Graafland; Romeijn, Kraay, Veldhoen; Fransen, Haak; Weering, Kruiver, Venneker, Bouwmeester, Moulijn..

Real Madrid: Bétancourt; Miera, De Felipe, Pachin; Tejada, Zocco; Grosso, Agierra, Pirri, Puskas, Gento..

Bronnen: Feyenoord Compleet, Bert Nederlof, ‘Feyenoord in Oorlog met Real Madrid’, in Nr 14 (juli 2005), Phida Wolff, Geen Woorden Maar Daden (Baarn 1971).