Je hebt het als trainer van Feyenoord niet altijd even makkelijk. Zeker niet als de club onder druk staat vanwege tegenvallende prestaties. Los van alle ideeën en verwachtingen die de buitenwereld koestert, krijg je dan ook binnen de club vaak te maken met allerlei mensen die willen dat je zaken anders aanpakt. Zelfs iets dat toch echt puur de taak van een trainer lijkt, zoals het maken van een opstelling, is in zo'n situatie niet onproblematisch. Welke beslissing je ook neemt, er is altijd wel iemand die het er niet mee eens is. Zijn het niet spelers die buiten de boot vallen, dan is er wel een voorzitter of technisch directeur, die het beter denkt te weten.
Rob Jacobs had als trainer van Feyenoord zo zijn eigen manier om met dat soort situaties om te gaan. Jacobs had al het nodige meegemaakt als trainer. Hij had zich met Excelsior vier seizoenen lang in de Eredivisie weten te handhaven en met Roda JC de finale van de KNVB-beker weten te bereiken. Ook de keerzijde van de medaille had hij ervaren, toen hij bij FC Groningen tijdens een teleurstellend seizoen ontslagen werd. Het soort druk waar Jacobs bij Feyenoord mee te maken kreeg was echter van een geheel andere orde.
De club was in 1988 teleurstellend als zesde geëindigd en had Europees voetbal daarmee misgelopen. Onder leiding van de nieuw aangestelde algemeen directeur Hans Kraay was er die zomer schoon schip gemaakt in de spelersgroep en de technische staf. Jacobs was door Kraay uitverkoren om de vele aankopen tot een hecht team te vormen. Hoewel er meer spelers waren vertrokken dan gehaald, betekende het inpassen van zo veel nieuwkomers uiteraard dat er jongens teleurgesteld moesten worden. Niet allemaal namen ze zomaar genoegen met een rol op het tweede plan.
Augustus 1985: Jacobs had al kunnen oefenen op het coachen van thuiswedstrijden in De Kuip |
(Nationaal Archief/Anefo, Rob C. Croes, CC0)
Om zichzelf bij het brengen van slecht nieuws een beetje te ontlasten, maakte Jacobs zo nu en dan gebruik van de goede band die hij met verzorger Gerard Meijer had. Dan bracht hij 's ochtends heimelijk een bezoekje aan het hok van Meijer, met het verzoek om een speler die een pijntje had ervan te overtuigen dat het totaal onverantwoord was om de volgende wedstrijd mee te doen. Jacobs: “Sloeg ik 's middags een arm om die jongen heen. 'Wat hoor ik nou van meneer Meijer? Vreselijk balen zeg, ik had je komend weekend goed kunnen gebruiken.'”
Ook Kraay kreeg met de onorthodoxe communicatie-strategieën van Jacobs te maken. De algemeen directeur had zo zijn eigen ideeën over de ideale opstelling en speelwijze en schroomde er bepaald niet voor terug die met zijn trainer te delen. Jacobs: “Vrijdagochtend begon Kraay al. Zaterdag opnieuw en zondag meldde hij zich weer. Dat het hem met die en die speler toch het beste leek. Na een paar wedstrijden had ik een prima oplossing als hij weer een wijziging in de opstelling voorstelde. 'Hans,' zei ik. 'Ik heb de jongens al verteld wie er spelen. Je wilt toch niet dat ik ze teleurstel?'”
Toen in de winterstop een aantal van de buiten de boot gevallen spelers vertrok, zullen de problemen van Jacobs zichzelf grotendeels hebben opgelost. Alleen aan het eind van het seizoen was er nog een uitdaging: Kraay uitleggen dat hij bij nader inzien toch af zag van een overeengekomen contractverlenging omdat er in Griekenland een grote zak geld op hem stond te wachten.
Beide citaten: Feyenoord Magazine, 11e jaargang, Nr. 9, April 2018, p.27