Met Nicolai Jørgensen trekt Feyenoord deze zomer weer eens een Deen aan. Maar liefst twaalf van zijn landgenoten betraden eerder namens de Stadionclub het veld in een officiële wedstrijd. Feyenoord en zijn Denen, het lijkt een goed huwelijk. Ga maar na: zowel bij het winnen van de UEFA-Cup in 1974 als bij het winnen van die beker in 2002 stond er een Deen in de basis en ook in de teams die het laatste landskampioenschap, in 1999, en de laatste dubbel, in 1984, wonnen was er een Deen basisspeler.
Een aantal Denen heeft met hun sterke spel dan ook zonder meer een plek in de clubgeschiedenis veroverd. Zo was er Jørgen Kristensen, die in 1972 de ondankbare taak had om clublegende Coen Moulijn op te volgen, en dat heel wat beter deed dan de reeks mislukte opvolgers van die andere clublegende: Ove Kindvall. Dan was er Ivan Nielsen, de onverstoorbare centrumverdediger die begin jaren tachtig een ijzersterk verdedigingsduo vormde met Michel van de Korput. En er was natuurlijk Jon Dahl Tomasson, de schaduwspits die vier seizoenen lang de ruimte achter eerst Julio Cruz en later Pierre van Hooijdonk bespeelde.